Jaarverslag 2019

zoals deze in Solutie zal verschijnen

Het jaarverslag van de afdeling Delft eo zal ook gepubliceerd worden in Solutie.

 

GROEP ACTIEVE LEDEN

Met een negental actieve leden behartigt onze afdeling de belangen van fietsers in de gemeenten Midden-Delfland (Maasland, Schipluiden, Den Hoorn en ’t Woud), Pijnacker-Nootdorp (inclusief Delfgauw en Oude Leede) en Delft.

Deze groep is met enkele wisselingen constant gebleven, met een gemiddeld hoge leeftijd. Daardoor is de continuïteit van de groep een punt van zorg. Het lukt ons al jaren niet om een aantal jongere actieve leden aan ons netwerk te binden.

Dit is dus een oproep aan al onze leden, jong en oud, om als u met een vraag zit op het gebied van fietsveiligheid, fietsparkeren in uw eigen straat, buurt of wijk, eens vrijblijvend naar een van onze Fietsinlopen te komen. Deze worden gehouden op de laatste dinsdag van elke maand van 20:00 – 22:00, met uitzondering van juli, augustus en december, in de benedenverdieping van Hotel De Plataan aan het Doelenplein. U bent welkom vanaf 19:45.

Ook per post en e-mail kunt u zich tot ons wenden om uw fietsknelpunt kenbaar te maken, zie de adressen achterin deze Solutie.

DE STAAT VAN DE FIETS EN HAAR INFRASTRUCTUUR

Er is door de drie gemeentes de laatste jaren veel geïnvesteerd in veilige en comfortabele fietspaden. Maar ook het gebruik van de fiets is toegenomen. Daar is de fiets met trapondersteuning nog bijgekomen, de e-fiets en de extra snelle speedpedelec. Deze fietsen, evenals de transportfietsen, al dan niet elektrisch ondersteund, worden tot de fietsfamilie gerekend. Deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe uitdagingen, zoals de vraag of fietspaden nog breed genoeg zijn om de toenemende drukte het hoofd te bieden.

Maar ook is het de vraag of er op de plaats van bestemming goed en veilig geparkeerd kan worden. Hierbij valt te denken aan winkels, scholen, ziekenhuizen en andere openbare instellingen. En ten slotte de mogelijkheid om de fiets thuis te stallen.

Dit zijn uitdagingen waar de Fietsersbond een visie voor heeft ontwikkeld, de Fietsvisie 2040. Op internet te vinden op https://www.fietsersbond.nl/ons-werk/fietsvisie2040/ De Fietsersbond formuleert hierin fietsnetwerken op drie niveaus: een hoofdnet (goed en veilig van A naar B), een netwerk voor 8 tot 80 (veilig voor jong en oud, voor kwetsbare fietsers) en een netwerk voor zwaarder gebruik (voor transportfietsen en snellere fietsen). Op afdelingsniveau moet dit per gemeente nader ingevuld worden op hoofdlijnen, maar nog meer in detail op wijk- en buurtniveau. Voor dit laatste zijn de leden van de Fietsersbond ervaringsdeskundigen, en hun expertise hebben wij als actieve afdelingsleden hard nodig.

BELEIDSBEÏNVLOEDING

In de afgelopen jaren is er meer invloed geweest op het beleid van provincie en gemeenten.

Maar er moet wel een blijvende druk worden uitgeoefend, ook bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag . Een voorbeeld is de Woudseweg (N223), tussen Den Hoorn en De Lier. Er ligt nu een definitief ontwerp, waarop wij veel invloed hebben gehad. Zo wordt de parallelweg tussen ’t Woud en de Molenlaan een fietsstraat. Helaas verdwijnt het vrijliggende fietspad, doordat de autolobby meer invloed had bij de provincie in het kader van duurzaam veilig. Wel hebben wij bereikt dat de belangenbehartiging tussen fiets en auto in verkeersveiligheid gelijkwaardiger is geworden. De provincie laat nu zelfs de fietsveiligheid bij  rotondes evalueren en heeft zich bereid getoond de 28 turborotondes, waaronder die bij De Lier, te verbeteren.

LANGERE TERMIJN

Beleidsbeïnvloeding is vooral nodig bij verkeers- en mobiliteitsplannen voor de langere termijn. Zo gaat Pijnacker-Nootdorp een nieuw fietsplan opzetten. Delft is bezig met een nieuw mobiliteitsplan. Het jaar 2040 wordt hierbij als ‘stip op de horizon’ genoemd. Voor Midden-Delfland ligt dit in het landelijke gebied anders, waar de Woudseweg in beheer is bij de provincie. Deze gaat verder met het ontwerpen en realiseren van een schoolfietsroute van ’t Woud naar De Lier langs het riviertje de Lee. Maar in dorpskernen is de gemeente verantwoordelijk.

Voor het landelijk gebied van Midden-Delfland, dat groter is dan de gelijknamige gemeente, is de afdeling in gesprek met de Vereniging Midden-Delfland over hun visie op onder andere recreatief fietsverkeer. Dit past in onze visie 2040 van de landelijke Fietsersbond die plaatselijk moet worden ingevuld. Een oproep om hulp van iedere ervaringsdeskundige, zowel de recreatieve fietser als de fietser naar werk en school!

GEMEENTEN

Periodiek is er overleg met fietsambtenaren van onze drie gemeenten. Bij de provinciale afdeling van de Fietsersbond gebeurt dit met de ambtenaren van de provincie en de Metropoolregio. Vaak heeft dit resultaat, maar dikwijls ook niet. Een voorbeeld hiervan zijn de fietsoversteken bij de Zouteveenseweg (Schipluiden) en Abtswoude / Sint Maartensrechtpad. Wegens ongevallen van fietsers in de voorrang door te hard rijdende auto’s hebben de desbetreffende gemeenten, op advies van de politie, de voorrangsregeling ongedaan gemaakt. Dit is begrijpelijk, maar niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid op langere termijn noch voor de mobiliteit met een geringere dominantie voor de auto.

In elk geval blijkt dat fietsers er in het belang van hun veiligheid niet altijd van kunnen uitgaan dat aan hen voorrang wordt verleend waar dat wel zou moeten.

Midden-Delfland

De recreatieve fietsroutes, vooral de bestaande, zijn in kaart gebracht. Dit heeft nog niet tot verdere uitbreiding ervan geleid. Op de fietsroutes blijkt uit de aanwezigheid van paardenpoep dat ook ruiters er helaas veelvuldig gebruik van maken.
Het verkeersplan voor Den Hoorn is er nu in een voorlopig ontwerp. De definitieve versie wordt in het eerste kwartaal van 2020 verwacht. De uitvoering zelf blijft sterk afhankelijk van de realisatie van het centrumplan van Den Hoorn.

De trambrug is in 2019 gerenoveerd en teruggebracht in zijn oorspronkelijke groene kleur. Voor fietsers was een tijdelijk fietspad op pontons gerealiseerd met een steilere op- en afrit dan de trambrug.

Ten slotte is het afwachten wanneer de provincie de N223 (Woudseweg) en de N211 (Wippolderlaan) gaat reconstrueren. Het is niet duidelijk of alle fietspaden bereikbaar blijven tijdens en na de realisatie. Het plan van de N223 zal in twee fasen worden uitgevoerd, waarbij het gedeelte tussen de A4 en de Koelaan, met de verbetering van de nu onveilige kruising bij de Lotsweg benoemd is als fase 1.

Pijnacker-Nootdorp

De verkeersveiligheid rond de basisscholen in Emerald en de nieuw te bouwen wijk Ackerswoude zijn door de ouders onder onze aandacht gebracht. Het gaat om de scheiding tussen kinderen die met de fiets naar school komen en hen die met de auto worden gebracht. In Emerald rijden auto’s rondjes door de aangrenzende buurt, terwijl het in Ackerswoude de vraag is hoe je de fietsende en met de auto gebrachte leerlingen bij de school van elkaar kunt scheiden. Een probleem dat op veel plaatsen voorkomt.

Tussen Pijnacker en Zoetermeer wordt de oostelijke randweg aangelegd. Fietsers kunnen veilig oversteken doordat deze weg geen aparte links- en rechtsaf-stroken krijgt. Dus hoeft hier, net als bij de Komkommerweg, telkens maar één rijstrook gepasseerd te worden. Deze westelijke randweg is afgelopen zomer opengesteld, en voor fietsers is er langs de N470 een fietstunnel in gebruik genomen. Helaas zit in deze tunnel een bocht, waardoor tegemoetkomend verkeer pas laat zichtbaar wordt. Daarom moet er goed rechts worden gehouden, ook door inhalende snor- en bromfietsen.

Bij de Groene Kade is de ontbrekende schakel aangelegd. Nu kan er tussen het fietspad langs de N470 en Vossezoom en Metrohalte Pijnacker-Zuid gefietst worden. Het onverharde pad tussen Sportlaan en Vrederustlaan wacht op uitvoering tot er financiering komt van MRDH en provincie.

MRDH voert een studie uit over snelfietsroutes langs Pijnacker. Momenteel wordt er gestudeerd op een snelfietsroute langs Crayenburg in Nootdorp via Noordkade, Rijskade en Overgauwseweg naar Rodenrijs. Voor de route van Delft naar Rotterdam Noord wordt gestudeerd op het tracé dat loopt van de TU via een nieuw viaduct over de A13 bij de Ackerdijkseweg en de Berkelse sluis naar Rodenrijs en Rotterdam.

In de zomer is het Virulypad gereedgekomen. Het moest lange tijd inklinken om toekomstige verzakkingen en scheuren in het wegdek te voorkomen. Net als in het Spoorpad zijn hier lichtjes met zonnecellen aangebracht aan beide zijkanten in het wegdek. Ze geven goed de richting aan, mits er bijvoorbeeld geen bladeren op liggen.

Nu gaat over de Vlielandseweg – Boezemweg nog veel auto- en vrachtverkeer. De oostelijke randweg (Zijdeweg) moet deze functie te zijner tijd overnemen. De Vlielandseweg kan dan tot een fietsveiliger weg worden omgevormd.

Delft

Spoorzone De afdeling heeft samen met bewonersorganisaties een lijst van 89 ontwerp- en uitvoeringsfouten opgesteld. De grootste ontwerpfout is die van de oversteek Buitenwatersloot – Bolwerk – Binnenwatersloot. Hier is nog geen uitzicht op verbetering. Als veiliger alternatief is er een nog te verbeteren oversteek in het verlengde van de Hugo de Grootstraat. Een ander alternatief is de tunnel door de stationsfietsenstalling.

Een ander knelpunt is bij de Hooikade waar voetgangers van een trap gebruik zouden moeten maken, maar ze lopen nu op het fietspad en precies op die plek kruisen de fietsers en voetgangers elkaar. Voorgesteld is om een aparte voetgangersbrug over het water te bouwen, naast het fietspad.

De gemeente heeft ons wel benaderd met het probleem dat auto’s moeilijk Kampveld (straatje) kunnen bereiken en verlaten. Zij zien als oplossing het opheffen van de fietsoversteek naar de Spoorsingel en deze te bestemmen voor auto’s (geen vrachtauto’s). De afdeling vindt dit geen goed idee, omdat de fietsveiligheid hierdoor wordt verminderd.

Tot ons genoegen heeft de gemeente de Havenstraat heringericht als fietsstraat, waardoor fietsers nu richting Hugo de Grootstraat mogen gaan, wat vroeger al illegaal gebeurde. Wel is de aansluitende oversteek naar de Phoenixstraat rommelig en ligt deze niet in het verlengde van de rijbaan van de Hugo de Grootstraat.

De afsluiting van de Sebastiaanbrug heeft maar beperkte overlast gegeven voor de fietsers. Wel moet er een klein eindje worden omgereden nu de onderdoorgangen van de Kanaalweg en het Gashouderpad zijn afgesloten. Hinderlijker is dat het tijdelijke smalle fietspad langs de begraafplaats illegaal ook door voetgangers wordt gebruikt. Dezen moeten immers via het Diamantpad en Mijnbouwstraat gaan. Evenals bij zulke fietspaden in de Delftse Hout, wordt hier niet gehandhaafd.

Er is tussen de Abtswoudseweg en Leeuwenstein een doorsteekje voor fietsers gemaakt als alternatief voor die bij de Engelsestraat. Nu zou men deze doorsteek met rode tegels moeten doortrekken tot aan de fietsstraat.

Ook heeft de gemeente een fietsdoorsteek gerealiseerd bij de Kerkpolderweg naar de onderdoorgang van de Kruithuisweg en de Twaalfmorgenkade (ex Hoefslagpad). Een olifantenpaadje is hierdoor een officieel fietspad geworden.

In de verbinding tussen de Abtswoudseweg en de fietsstraat Mercuriusweg moeten fietsers nog steeds voorrang verlenen aan kruisende auto’s op de Nieuwe gracht. Onze oplossing is een rotonde te bouwen, maar de ruimte ontbreekt wegens de reeds gebouwde kademuren. Een andere mogelijkheid is de aanleg van verkeerslichten. Nu is er nog weinig verkeer, maar dit kan veranderen wanneer dit gedeelte van de Spoorzone wordt bebouwd. Bij de kruising met de Engelsestraat hebben fietsers wel voorrang, wat het voor bewoners moeilijk maakt hun wijk te verlaten wegens de constante stroom fietsers (net als bij Jaffalaan/Mekelweg). Bewoners hebben een alternatief naar voren gebracht om hun buurt op een andere plek te laten aansluiten op de Nieuwe gracht en dat lijkt ons een prima idee.

In de Zeeheldenbuurt (TU-Noord) zijn in de Jaffalaan zowel bij de Rotterdamseweg als bij de Mekelweg verkeerslichten geplaatst. De fietssoversteek bij de Mekelweg is zelfs verbreed. Zo te zien functioneert deze maatregel goed. Wel hindert wachtend doorgaand fietsverkeer de fietsers die willen afslaan. Dit gebeurt bij veel verkeerslichten, zoals bij de kruising Westlandseweg – Papsouwselaan/Krakeelpolderweg. We hebben wel gedaan gekregen dat hier een paar seconden groentijd voor fietsers bij kwamen. Een oplossing zou zijn om in navolging van Amsterdam ruimte te creëren door de eilandjes waar de verkeerslichten op staan, te versmallen en daarmee de opstelruimet voor fietsers te verbreden. Wat ook zou helpen is het invoeren van meer groenfasen voor fietsers, evenals een aanwijzer die aangeeft of men links- dan wel rechtsom het snelst kan oversteken. Dit kan alleen bij tweerichtingenfietspaden.

Bouwactiviteiten.

Een probleem vormen de uitdijende bouwhekken, die het voetpad, maar vaak ook het fietspad (gedeeltelijk) blokkeren. Voorbeelden zijn de Houttuinen, bij de Pauwmolen en bij station Delft Campus (ex Delft Zuid). Ten aanzien van dit station heeft de afdeling tijdens een klankbordvergadering ProRail hierop gewezen. Deze zou hiermee rekening houden, maar voetgangers moeten nog steeds het fietspad op. Hoewel in de bouwvergunningen vaak staat dat voet- en fietspaden  vrij gehouden moeten worden, pakt de gemeente overtreders nauwelijks aan. Dit geldt ook voor kleine verbouwingen zoals hoek Kethelstraat – Oude Delft.

Een belangrijke reconstructie is die van de Reinier de Graafweg, waarbij de Jan Thoméelaan voor alle verkeer werd afgesloten in verband met vernieuwing van de riolering. Er moest omgereden worden via de Brahmslaan en het terrein van het ziekenhuis. Een alternatief was de Tanthofkade, maar die is onverlicht en slecht verhard met puin. Op aandringen van de Fietsersbond is de Jan Thoméelaan versneld opengesteld, met dank aan de aannemer en de gemeente.

Een andere grote reconstructie is Poortlandplein met de daar op uitkomende gedeeltes van Mijnbouwstraat en Julianalaan (bij Bouwkunde). Fietsers zullen na de verbouwing langs de Mijnbouwstraat alleen nog in de richting van het Mijnbouwplein kunnen en het autoverkeer gaat daar dan in twee richtingen; de Julianalaan wordt een fietsstraat.

De naam van station Delft Zuid is op verzoek van de gemeenteraad veranderd in Delft Campus. Het geld voor deze operatie (€ 100 k) had beter gebruikt kunnen worden voor fietsparkeren en –verhuur, of voor een aansluiting op een buslijn. Nu is de TU vanuit dit station alleen te voet of per fiets te bereiken. Het gevolg is dat er meer naar het station Delft zal worden gereisd en vandaar met het openbaar vervoer (bus of tram vanaf de zomer 2020 via de Sebastiaanbrug) of met de (OV)fiets naar de TU-wijk. Hiermee wordt de behoefte aan fietsparkeerplaatsen bij dit station nog groter.

FIETSPARKEREN

De derde stalling bij station Delft tegenover de tweede, zal pas augustus 2020 worden opgeleverd. Ondertussen heeft de gemeente gezorgd voor openluchtstallingen aan de Coenderstraat en de Parallelweg. De grootste bezetting van de stallingen is het weekend en in de vroege ochtendspits, wanneer vertrekkende reizigers hun fiets hebben gestald en de aankomende hun fiets nog niet hebben opgehaald. Vooral op maandagochtend en in collegevrije weken is het voor Delftse forenzen moeilijk een stallingsplekje te vinden, omdat alle studentenfietsen er dan nog staan.

Ondanks een aangenomen beleidsnota hierover blijft het fietsparkeren in de binnenstad problematisch. Alleen tijdens de ontvangstweek voor aankomende studenten zijn enige autoparkeervakken omgezet in fietsparkeerplaatsen, aangevuld met twee boten, helaas zonder aanbindmogelijkheden en met ‘voorwielmoordenaars’.

In 2020 moet worden voorzien in het oplossen van het tekort van 4.000 oplopend tot 6.000 parkeerplaatsen. De voormalige fietswinkel van Piet Vonk aan de Voldersgracht wordt omgevormd tot een stalling voor 100 fietsen. Verder wordt het aantal nietjes gestaag uitgebreid, zoals op de Burgwal. Andere reeds een paar jaar bestaande ideeën zijn van bewoners zoals een steiger in het Noordeinde en een fietsenstalling in het laantje van Wilhelmina. Het is de vraag of de gemeente deze suggesties overneemt en uitvoert.

MOBILITEITSPLAN 2040

De gemeente wil met dit plan 20 jaar vooruit kijken, in navolging van het plan van de landelijke Fietsersbond, waarmee het veel overeenkomst heeft. Van de vervoermiddelen komt de fiets op de eerste plaats, met het OV en de auto op plaats 2 respectievelijk 3. In de binnenstad krijgt echter de voetganger de hoogste prioriteit. Stappen en trappen dus.

Voor de Fietsersbond ontstaat een groot probleem: De fietsroute Buiten- en Binnenwatersloot – Oude en Nieuw Langendijk – Koepoortbrug is ruim 20 jaar geleden aangewezen als hoofdfietsroute, wat in het Fietsactieplan uit 2005 wordt bevestigd. Nu wil men een Rode Loper op deze route, waarbij dit grotendeels een voetgangerszone zou worden. Over deze oost-westverbinding gaan dagelijks meer dan 10.000 fietsers en voor hen is er nauwelijks een alternatief: de Choorstraat en Breestraat zijn geen alternatief, het tweerichtingenfietspad langs de Zuidwal is ver om en daarvoor te smal en de route door de Dirk Langenstraat en Kolk is meer een buurtfietsroute. Voor het stedelijk fietsnetwerk met mazen van 400 -600 m is eerstgenoemde oost-westverbinding dus onmisbaar. De vraag aan de gemeente luidt dan ook: ‘Welke alternatieve fietsroute ziet u dan?’

In grote lijnen kan de afdeling zich verenigen met de andere uitgangspunten van het Mobiliteitsplan in wording. Knelpunten blijven het hoofdfietsnet, waaronder genoemde oost-westverbinding, en het fietsparkeren in de binnenstad maar ook in woonwijken waar bewoners niet over een goed bereikbare(inpandige) berging beschikken.

EVALUATIE DEELFIETSEN

In het najaar heeft de afdeling een advies geformuleerd aan de gemeente, die een evaluatie opstelde inzake de Mo-bike, de oranje deelfietsen die tegen een vergoeding gebruikt kunnen worden door mensen die op dat moment een fiets nodig hebben. Op zich kunnen deelfietsen een nuttige aanvulling zijn in de mobiliteit. Maar dat moet dan wel goed gereguleerd worden. Allerlei klachten over de wijze waarop ze gestald werden heeft ons ertoe gebracht om in ons advies te pleiten een aantal vaste plekken te maken waar deze deelfietsen beschikbaar worden gesteld en waar ze weer ingeleverd moeten worden.

Categorieën